Home Page › Diner ›
Bladerdeegbakjes
De Daring Bakers' challenge van september: vols-au-vent of pasteitjes, het is maar hoe je ze wil noemen. Je kunt deze bakjes vullen met zoete en hartige vulling.
The September 2009 Daring Bakers’ challenge was hosted by Steph of A Whisk and a Spoon. She chose the French treat, Vols-au-Vent based on the Puff Pastry recipe by Michel Richard from the cookbook Baking With Julia by Dorie Greenspan.
Zelf bladerdeeg maken is iets wat al een tijdje op mijn ‘to do’ lijstje stond, maar wat ik nog niet geprobeerd had. Dat kwam ook omdat ik er eigenlijk een beetje huiverig voor was, aangezien bladerdeeg echt een eigen gebruiksaanwijzing heeft en het makkelijk kan mislukken. Belangrijk is om het deeg niet te veel te bewerken en om het deeg genoeg te laten rusten na elke toerbeurt. Ook moeten de ingrediënten zo koud mogelijk zijn (en blijven). Als je dit in je achterhoofd houdt, valt het eigenlijk heel erg mee. En het is natuurlijk ontzettend leuk om het bladerdeeg te zien rijzen in de oven. Ik heb de bakjes gevuld met roomkaas en sinaasappelmarmelade voor de zoete versie en met rundvleesragout voor de hartige versie. De recepten voor de vulling zullen binnenkort hier verschijnen. Ik heb het deeg in de keukenmachine gemaakt, maar het kan natuurlijk ook met de hand.
Het is belangrijk om roomboter van een goede kwaliteit te gebruiken voor dit recept. Ik heb zelf patent bloem gebruikt, wat fijner is dan normale bloem.
Probeer ook eens marshmallowkoekjes, milaanse koekjes of een Dobos-taart.
Ingrediënten
- 223 gram bloem
- 25 gram maïzena
- 1/2 theelepel zout
- 150 ml IJswater
- 227 gram, koud boter
- 1 ei om de bakjes mee te bestrijken
Bereidingswijze & foto's
-
Stop de bloem, maïzena en het zout in de keukenmachine en ‘pulse’ een paar keer totdat het geheel gemixt is.
-
Giet het water erbij en mix totdat het deeg een bal vormt. Haal het deeg uit de keukenmachine en kneed een paar keer door. Maak er een bal van en pak hem in met een vochtige theedoek. Leg 5 minuten in de koelkast.
-
Haal de boter uit de koelkast en leg het tussen twee stukken plastic folie. Gebruik een deegroller om de boter plat te slaan totdat het nog ongeveer 2,5 cm dik is. Als de boter nog steeds koud is, ga dan verder. Als het al begint te smelten, leg het dan weer even terug in de koelkast.
-
Haal het deeg uit de koelkast en bestuif een werkblad met bloem. Gebruik een deegroller om het deeg platter te maken en rol het dan uit tot een rechthoek van 15 cm.
-
Rol de hoeken van het deeg uit tot lange ‘oren’. Deze oren vouw je dadelijk terug over de boter. De boter moet helemaal ingepakt kunnen worden met het deeg.
-
Leg de koude boter in het deeg en vouw de oren over de boter heen. Als het deeg te warm is, leg het dan weer even in de koelkast. Ga verder als alles goed koud is.
-
Bestuif het werkblad en de deegroller opnieuw met wat bloem en bestuif ook het deeg met een klein beetje bloem.
-
Rol het deeg uit totdat het drie keer zo groot is als het deeg (in een rechthoek) waarmee je begon. Je hebt nu een ‘deegsandwich’. Twee lagen deeg met in de binnenkant de boter. Zorg dat de boter overal goed verspreid is. Klop overtollig bloem van het deeg af (of gebruik een kwast om het eraf te vegen). Je hebt het deeg nu 1 toerbeurt gegeven.
-
Vouw het deeg nu in drieën. Vouw de onderkant naar het midden en vouw de bovenkant eroverheen. Rol het deeg opnieuw uit in een grote rechthoek en vouw hem opnieuw in drieën. Dit is de tweede toerbeurt.
-
Leg het deeg nu in de koelkast als het warm geworden is. Het is belangrijk dat de boter in alle stadia koud blijft. Als het deeg nog steeds koud is, kun je het deeg meteen nog twee keer een toerbeurt geven. Rol het deeg weer uit in een rechthoek en vouw hem weer in drieën op.
-
Leg het deeg na vier toerbeurten zeker een half uur in de koelkast om helemaal koud te worden. Geef het deeg hierna nog twee toerbeurten achter elkaar. In totaal moet het deeg 6 toerbeurten krijgen (niet meer en niet minder). Leg het deeg na de laatste toerbeurt nog minstens 30 minuten in de koelkast.
-
Verdeel het deeg in drieën en leg tweederde van het deeg terug in de koelkast. Bestuif een werkblad met bloem en rol het deeg kort maar krachtig uit totdat het een dikte heeft van ongeveer een halve centimeter.
-
Gebruik een scherp mes of scherpe uitstekers om de vormpjes uit te steken (gebruik scherpe vormen om ervoor te zorgen dat je het deeg niet te veel bewerkt, dit kan er namelijk voor zorgen dat ze niet rijzen in de oven). Leg de vormpjes op een bakplaat bekleed met bakpapier. Elk bakje moet bestaan uit twee lagen deeg: één onderkant en één rand. Voor de rand moet je een onderkant uitsteken en hier met een kleinere ronde uitsteker de binnenkant eruit halen. De binnenkant kun je apart bakken om te gebruiken als deksel voor de pasteitjes. Druk de bovenste cirkel (de rand) zachtjes aan als je ze op een onderkant legt.
-
Klop het ei los met 1 eetlepel water. Bestrijk de bladerdeegbakjes aan de bovenkant met het ei. Let op dat je de zijkant niet bestrijkt met ei, dit kan ervoor zorgen dat het deeg niet rijst.
-
Prik met een vork in de onderkant wat gaatjes, maar druk niet door het deeg heen (dus stop halverwege).
-
Zet de bakplaat in de koelkast. Verwarm de oven voor op 200 C.
-
Bak de bakjes 10 – 15 minuten of totdat ze goudbruin en goed gerezen zijn. Je kunt ze eventueel nog langer bakken, verlaag dan de oven naar 180°C en bedek de bovenkant (voor ongeveer 15 – 20 minuten).
-
Vul de bakjes met ragout of slagroom met fruit. Ik heb een roomkaasvulling gebruikt (gemengd met poedersuiker) en een topping van sinaasappelmarmelade.
2 Reacties
• Dragon op 27 September 2009 ∞
• Julie @ Willow Bird Baking op 29 September 2009 ∞